In de periode tussen Pesach en Sjavoeot vindt de Omertelling plaats.
Gedurende 49 dagen wordt er iedere avond een zegening uitgesproken en wordt het aantal dagen genoemd dat is verstreken sinds Pesach. De Omertelling begint op de tweede dag van Pesach en eindigt op de 49ste dag. De dag daarop begint het Wekenfeest, Sjavoeot.
Het offer van de eerste lenteoogst
Volgens de Thora moesten de Israëlieten op de tweede dag van Pesach hun eerste lenteoogst, één omer gerst, als offer naar de Tempel brengen.
Leviticus 23-10: “Als jullie komen in het land dat ik jullie geef en de oogst daarvan binnenhaalt, dan moeten jullie één omer van het eerste van jullie oogst naar de priester brengen.”
Eén omer komt overeen met ca. 350 gram. Dit is gelijk aan de hoeveelheid manna die de Israëlieten elke dag ontvingen uit de hemel gedurende hun uittocht uit Egypte. Vanaf de tweede dag van Pesach moest men vervolgens 49 dagen tellen tot aan Sjavoeot.
Na de verwoesting van de Tempel kwam er een einde aan het brengen van het offer maar het tellen van de dagen tussen Pesach en Sjavoeot is gebleven. De Omertelling markeert zodoende de periode waarin God de Joden bevrijdde uit Egypte tot aan het moment dat zij de Thora ontvingen in de Sinaï woestijn.
Rouwperiode
Door de eeuwen heen zijn de Joden tijdens de Omerperiode het slachtoffer geworden van vele tragische gebeurtenissen. Omdat de Omertelling samenvalt met het Christelijke Paasfeest en de Joden de schuld kregen van de dood van Jezus, vonden er rond deze periode vele pogroms plaats.
Ook stierven in de Omerperiode 24.000 leerlingen van Rabbi Akiva aan een besmettelijke ziekte, waarschijnlijk de pest. De periode van de Omertelling is daarom traditioneel een periode van rouw geworden waarin ook de Holocaustherdenking, Jom Ha’Sjoa valt. Het is de gewoonte dat gedurende de Omertelling niet getrouwd wordt en er niet naar muziek geluisterd mag worden. Ook mag men het haar niet afknippen.
Lag Ba’Omer
Lag Ba’Omer is de 33ste dag van de Omertelling. Het is een bijzondere dag want op deze dag kwam er abrupt een einde aan de massale sterfte onder de leerlingen van Rabbijn Akiva. Het is ook de overlijdensdag van Rabbi Shimon bar Jochai, de schrijver van het kabbalistische boek Zohar. Bar Jochai zag het leven op aarde als een wachtkamer voor de komende wereld en wilde dat zijn sterfdag als een feestdag gevierd zou worden.
Lag Ba’Omer is zodoende de enige dag tijdens de Omerperiode waarop niet gerouwd wordt. Op deze dag worden traditioneel veel huwelijken gesloten en is het de gewoonte dat er door het gehele land Israël, vreugdevuren worden aangestoken. Veel orthodoxe Joden bezoeken op deze dag het graf van Rabbijn Shimon bar Jochai op de berg Har Meron.
Oorsprong van het woord Lag Ba’Omer
Lag Ba’Omer (Hebreeuws: לַ״ג בָּעוֹמֶר) betekend letterlijk: 33ste in de Omer.
Het woord ‘Lag’ bestaat uit de Hebreeuwse letters lamed en gimmel welke staan voor de getalswaarde 33.