Verdieping
Inhoud:
Binyomin Jacobs
Wie is Joods?
Nathan Lopes Cardozo
Pesach
Wie is Jood?
“Wij zijn niks”
De ware betekenis van religie
Rabbijn Nathan Lopes Cardozo
‘Wij zijn niks’ – de ware betekenis van religie
Ter nagedachtenis aan mijn dierbare vriend Leo Meyers z.l., Amsterdam.
Zoals ik in het vorige hoofdstuk al zei, werd het mij in een later stadium van mijn leven duidelijk dat de meeste mensen om mij heen de aard van de wetenschap en haar beperkingen niet goed begrepen en dat religie in feite tot een heel ander domein behoort.
Het belangrijkste verschil tussen wetenschap en religie is dat wetenschap zich niet bezighoudt met het fenomeen ‘betekenis’. De wetenschap onderzoekt onze fysieke werkelijkheid, komt met verklaringen en komt met theorieën die de verschijnselen van het universum proberen te verklaren. De wetenschap benoemt als het ware de platte feiten die ten grondslag liggen aan allerlei verschillende (natuurkundige) verschijnselen, maar ze benoemt niet wat deze feiten op spiritueel niveau betekenen. Dit onderscheid tussen wetenschap en religie wordt heel duidelijk uitgedrukt door Rabbi Lord Jonathan Sacks z.l.: “Wetenschap haalt dingen uit elkaar om te zien hoe ze werken. Religie brengt dingen bij elkaar om te zien wat ze betekenen” (The Great Partnership, God, Science and the Search for Meaning, Hodder & Stoughton, 2011).
Het voortdurend gebezigde argument dat wetenschap en intellectuele vooruitgang de religie tot iets onbeduidends uit het verleden hadden gemaakt, was een geruststellende gedachte waar mensen zich graag van bedienden om hun secularisatie te rechtvaardigen. Meestal miste dit argument echter onderbouwing en leek het mij hol. Zelfs Spinoza’s aanval op religie weerlegde de religie niet maar omzeilde, verwierp en gaf een verkeerde voorstelling van zaken. [1]
In de loop der jaren begon ik meer te lezen over het geloof en de wetenschap en ik realiseerde me dat religieus geloof niet was achterhaald door de wetenschap of door seculiere filosofie. Nee, religie was vooral irrelevant, saai en smakeloos geworden en dit grotendeels door eigen toedoen. Men was vergeten waar religie écht om zou moeten gaan.
Het is niet alleen de taak van een religie om het mysterie van het bestaan te benadrukken en verwondering en ontzag hiervoor te wekken, maar zoals Abraham Joshua Heschel zo goed verwoordde, wat te doen met dit ontzag en hoe te reageren op datgene wat ons verstand te boven gaat? Terwijl de algemene filosofie zich ook bezighoudt met het mysterie van het bestaan en de verwondering die hieraan ten grondslag ligt, ziet ze niet haar taak om mensen te leren wat ze met dit ontzag moeten doen. Dit is echter verreweg de belangrijkste vraag.
Terwijl de kerk en de synagoge hun gebedsdiensten, tradities, rituelen en gewoonten in acht bleven houden, benadrukten ze niet langer dat al deze tradities slechts een antwoord zouden moeten zijn op hoe wij moeten omgaan met het mysterie van het bestaan en het ontzag dat wij hiervoor zouden moeten hebben. De gemiddelde leiding van de kerk en synagoge realiseerde zich dit niet en reageerde daarom niet op een zinvolle alomvattende manier op deze vraag, al waren er individuele uitzonderingen.
In plaats daarvan maakten deze spirituele instellingen een ongelukkige draai. In plaats van het doel van de religieuze tradities te benadrukken, besloten zij zich aan te sluiten bij degenen die religieuze zelfverzekerdheid en tevredenheid boden. Ze boden geloofsbelijdenis in plaats van diep geloof, discipline in plaats van ware aanbidding en gewoonte in plaats van liefde. Ze negeerden de worsteling van zovelen die op zoek waren naar echte betekenis maar slechts dogma’s ontvingen in plaats van spirituele authenticiteit. Ze aanbaden de pracht van het verleden in plaats van een manier te bieden om de toekomst uit te dagen en de (materiële) afgoden van vandaag te vernietigen. Deze spirituele instellingen stopten met het bieden van tegengas aan ideologieën die vonden dat de mens enkel moest streven naar zoveel mogelijk comfort, luxe en gemak (Abraham Joshua Heschel, Essential Writings, van Susannah Heschel).
Deze spirituele instellingen vergaten dat het de taak van religie is om de zelfgenoegzaamheid van de mens te ‘verstoren’. In plaats daarvan werd religie nu gebruikt om in te stemmen met deze materiële houdingen en ze in feite te ondersteunen om gunst te vinden in de ogen van de massa.
Zo werd de religie op zijn kop gezet en bewoog het in de verkeerde richting, waardoor het irrelevant werd voor de vele mensen die juist op zoek waren naar begeleiding en de diepere betekenis in hun leven. Toen ik eenmaal tot dit besef was gekomen, begreep ik dat ‘niets zijn’ met betrekking tot religieus geloof helemaal geen optie was, want het was niets meer dan een excuus om niet te zoeken naar de diepere zin van het bestaan.
Negeren dat er meer in het leven is dan alleen tevredenheid, belemmert het kostbaarste deel van het menselijk bestaan. Of in de mooie woorden van rabbijn Dr. Louis Jacobs: “Wie wil een leven in tevredenheid? Religie is door de eeuwen heen gebruikt om de ongelukkigen te troosten. We zouden het nu moeten gebruiken om de comfortabelen lastig te vallen” (Jeruzalem Post, 4 december 2007).
Het was dit inzicht dat mij en vele andere ‘zoekenden’ op weg zette om de wereld van de religie te ontdekken.
[1] Zie: Spinoza’s Critique of Religion door Leo Strauss, To Mend the World door Emile Fackenheim, en Strauss, Spinoza & Sinaï, van Jeffrey Bloom, Alec Goldstein en Gil Student.
——–
Rabbijn Nathan Lopes Cardozo
Uit de reeks: ‘Thoughts to Ponder’, We are Naught: The real meaning of Religion
Met goedkeuring van Rabbijn Nathan Lopes Cardozo vertaald naar het Nederlands.